EDVJ-2025-10-06-TOD
Traumagerichte behandeling van overdracht en onveilige hechting bij DIS.
⚠️Belangrijk!⚠️: Dit artikel is onderdeel van de sleutelmethodiek en geschreven met oog op professionals. Zelfbehandeling wordt niet aanbevolen! Hierover meer? Lees Sleutel methodiek: een practice-based benadering bij DIS
Inleiding
Er is onderzoek dat de sterke paralellen tussen traumatische herbelevingen en traumatische hechting behandeld kunnen worden met EMDR (Barazzone et al., 2023; Wesselmann & Potter, 2009). In deze visie wordt overdracht (projectie van oude angsten op mensen die in het heden veilig of neutraal zijn) in therapeutische en sociale relaties opgevat als een vorm van traumalading, die behandelbaar is met technieken zoals EMDR en exposure.
Casusbeschrijving van mij.
Toen ik zelf voor het eerst deze paralellen besefte, lag ik verlamd in bed, overweldigd door intense verlatingsangst rondom een persoon waaraan ik diep gehecht was. Als experiment paste ik in m'n bed EMDR toe op mijn verlatingsangst door een flashforward te richten op het meest catastrofale gevreesde scenario voor mijn kinddelen: “dat diegene weggaat, boos is, nooit meer terugkomt en mij haat.”
De mate van ontregeling (SUD) was extreem hoog (ik denk 12 op een schaal van 0-10). Door EMDR gericht op deze angst te herhalen, daalde de SUD tot een 4 waardoor de emotionele lading aanzienlijk afnam. Dit stelde mijn kinddelen in staat een nieuw, volwassener narratief te internaliseren en emotioneel te dragen, wat resulteerde in meer innerlijke rust en veerkracht. Uiteindelijk waren mijn kinddelen door de EMDR die ze hadden gehad voor hun verlatingsangst, instaat zelf te kunnen zeggen tegen iemand waar ze erg aan gehecht waren: "Als jij weg wil, dan jij mag weg ik hou jou niet vast jij ben vrij". De integratie van kinddelen met het volwassen narratief bracht de SUD rond de 0-2.
Theoretische onderbouwing
Overdracht vanuit onveilige hechting kan in die zin worden opgevat als traumalading, die op dezelfde manier gekenmerkt wordt door angst, en dus met traumagerichte methoden behandeld kon worden. De emotionele ontregeling die zich voordoet in belangrijke relaties, vooral met sleutelfiguren (mensen waaraan de cliënt gehecht is en overdracht in het contact zichtbaar is), vertoont overeenkomsten met reacties passend bij een fobie en kan daarom met exposure-achtige interventies worden benaderd.
Behandelaanpak voorbeelden uit mijn casus: (angst kan natuurlijk per persoon verschillen, het is allemaal maatwerk!)
Dissociatief deel met aanklampende hechting
Te herkennen aan de angst: verlaten te worden.
Behandeling: Flashforward EMDR gericht op het catastrofale scenario van verlating.
Dissociatief deel met vermijdende hechting
Te herkennen aan de angst: herhaling van trauma door nabijheid.
Behandeling: Exposure gericht op het wél aangaan van contact, ondanks angst.
Dissociatief deel gekenmerkt door grenzeloosheid in contact
Te herkennen aan de angst: zelf niet gezien te worden.
Behandeling: Flashforward EMDR gericht op catastrofaal scenario
Extra casusvoorbeeld van mij: traumagerelateerde paranoia
Op vergelijkbare wijze heb ik mijn paranoïde klachten, die in het begin van traumaverwerking opkwamen, behandeld. Deze bleken voort te komen uit angstige kinddelen die het onderscheid tussen vroeger en het hier-en-nu, niet konden maken, waardoor het trauma waar ik mij nog niet volledig bewust van was destijds (ik had nog niet genoeg sleutels verzameld), doorsijpelde als voortdurende dreiging.
Conclusie:
Deze benadering stelt voor om overdracht en onveilige hechting niet slechts als relationele fenomenen te zien, maar als direct behandelbare uitingsvormen van traumatische activatie. Daarmee kan het een hoopvol perspectief bieden voor cliënten met DIS, voor wie traditionele behandelmodellen als ontoereikend worden ervaren. Het sluit aan bij bestaande wetenschappelijke kennis over EMDR toepassing bij trauma en hechting, maar is op deze manier practice-based vertaalt naar behandelstrategieën die ook voor cliënten met complexe dissociatieve problematiek werkbaar zijn.
Referenties:
Barazzone, N. A., Santos, I., McGowan, J. F., Crowley, M., Chamberlain, A. R., & Donaghay-Spire, E. G. (2023). Eye Movement Desensitization and Reprocessing Therapy and Change in Attachment Security: A Pilot Study. Journal Of EMDR Practice And Research, 17(1), 38–52. https://doi.org/10.1891/emdr-2022-0053
Wesselmann, D., & Potter, A. E. (2009). Change in adult attachment status following treatment with EMDR: Three case studies. Journal Of EMDR Practice And Research, 3(3), 178–191. https://doi.org/10.1891/1933-3196.3.3.178

APA referentie:
Van Stratum, L. C. (2025). Traumagerichte behandeling van overdracht en onveilige hechting bij DIS.
Geraadpleegd op (datum), van https://eendeelvanjezelf.nl/behandelstrategieen-bij-dis-lau-s-methode-/exposure-emdr-bij-hechting/