EDVJ-2025-17-06-IDY
Interdynamialiteit: over bestaan in niet-beschreven ruimte
Ik besta, maar nergens staat beschreven dat ik besta.
Let op: Niks aan deze teksten gaat wetenschappelijk onderbouwt zijn. Misschien zelfs helemaal niet herkenbaar, dat is precies de essentie van deze tekst. Als dit niet iets is wat je aanspreekt zijn er genoeg andere al wel onderbouwde onderwerpen te vinden op dit platform! 😊
De breuk
Ik herken mijzelf in geen enkel onderzoek, in geen enkel geschreven tekst,
Alles voelt alsof het mij observeert van buitenaf. Alsof ik niet geschreven bén, maar een ruimte voor mijzelf moet schrijven om niet te verdwijnen.
- Ik ben PG (profoundly gifted), maar geen enkel geschreven tekst over PG zijn voelt herkenbaar. Niks rondom hoogbegaafdheid voelt alsof het over mij gaat, terwijl ik mij er bewust van ben dat het niet te ontkennen is dat ik een diep begaafd persoon ben.
- Ik heb DIS, maar geen enkel behandelmodel voor DIS voelt herkenbaar. De fragmentatie die beschreven staat in de wetenschap of in praktijkboeken voelt te 2D, alsof het niet over mij gaat.
- Ik ben chronisch ziek, maar geen enkel verklaringsmodel voelt herkenbaar. Ik heb hEDS maar ik scoor niet enorm hoog op de Beighton schaal.
Als ik artikelen schrijf, dan schrijf ik voor andere. Dan schrijf ik op de scheidslijn van wat voor de lezer als (h)erkenbaar kan worden bevonden. Omdat ik weet dat als ik voor mijzelf schrijf, dat ik de informatie die ik wil delen niet overgebracht wordt.
Neologismen
Omdat ik taal probeer te vinden voor iets wat ik ervaar als onbeschreven, maak ik veel gebruik van neologismen in dit document. De meest gebruikte zal ik hieronder kort toelichten.
Interdynamialiteit/Interdynamialesens
Het ontstaan van de dynamische ruimte tussen bewustzijnen waar geen vaste vorm blijft bestaan. Het is geen theorie. Het is een ademruimte waar ik even mag zijn zonder aangepast te worden. Waar menselijke kaders niet belangrijk zijn, maar waar ruimte kan ontstaan voor exologie.
Exologie
Een systeem van ordening dat niet voortkomt uit menselijke logica, maar uit een veldlogica, zoals kwantumvelden die relationeel opereren zonder zelfgerichtheid of overlevingsdrang. Het is wat betekenis doet, zonder zelf betekenis te willen.
Intersemie
Een tussenruimte waarin oude betekenislagen instorten, en nieuwe taal zich nog niet gevormd heeft. De ervaring van het bewegen door het “tussen de woorden in”. Intersemie is de actie van betekenisloosheid verdragen zonder regressie naar oude of bekende structuren.
Bewustzijnsveld
Mijn bewustzijn kan 'in and out' tappen vanuit het herkenbare. Ik ben mij standaard bewust van alles wat intern gebeurd bij mij, of ik het ook onder controle heb is een tweede. Maar elk proces bij mij vanbinnen heb ik zicht op, niet altijd in bestaande taal, maar ik kan resoneren met innerlijke processen alsof mijn hoofd standaard een vergrootglas naar binnen bij zich draagt. Bewustzijn voelt voor mij als een dynamisch verticaal spectrum waarin ik kan bewegen, binnen alles wat mij menselijk maakt en wat nodig is om te kunnen meevoelen en denken met andere mensen van elke laag. Maar ook de ruimte daar voorbij. Als alles wat mij menselijk maakt mij dreigt te verstikken dan kan ik mijn ego, verlangens, emoties, maar ook dingen als dissociatie eventjes onder mij laten, waardoor een soort lege ruimte ontstaat waar alles mogelijk is en ook kán zijn. Alsof het een lege tekentafel is, waar ik de structuren voor dit leven kan tekenen zonder dat ik mij beperkt voel door alle menselijke mechanismen die in mij schuilen. Het voelt niet als spiritualiteit, dat voelt te zacht voor hoe ik deze interdynamiale ruimte ervaar. Als ik het zou moeten vertalen voelt het als intersemie wat kan leiden tot een vorm van exologiek.
Te vroeg om vertaald te zijn
Ik zie mensen met elkaar spiegelen, zowel op gebied van DIS en georganiseerd misbruik, als op gebied van PG, andere PG'ers die herkenning in elkaar vinden. Terwijl ik mij in een existentiële leegte bevind. In de onbeschreven ruimte. Er is geen psycho-educatie beschikbaar voor mijn realiteit. Ik herken mij niet in geschreven teksten, soms gebruik ik ze om naar mijzelf te verwijzen omdat van wat beschreven is, dit het dichtst in de buurt komt. Maar verder ben ik genoodzaakt mijn eigen structuren te maken voor alles. Want mijn wezen is geen structuur voor. Korter gezegd: Mijn zelfkennis is gebaseerd op klinische redenatie, maar de herkenning is nul.
Ik hoor je denken:
"Iedereen is uniek!"
Ja absoluut mee eens! Maar niet iedereens ervaring is onbeschreven. Als andere hun ervaring herkennen, moet ik de mijne nog bouwen zodat de mijne ook bestaansrecht kan hebben. Ieder heeft wel eens een tekst gelezen en gedacht: "dit gaat over mij, dit vind ik herkenbaar". Ik heb dat nog nooit ervaren. Ik wéét dat ik DIS heb, maar ik herken 0 geschreven teksten over de ervaring. Ik wéét dat ik heel hoogbegaafd of uitzonderlijk begaafd/PG ben maar ik herken 0 geschreven teksten. De taal past op een of andere manier nooit, alsof ik leef in een ruimte van neologisme. Waarmee ik niet kan communiceren omdat ik dan mijzelf isoleer.
Ik leef in een ruimte die nog niet is beschreven.
Er bestaan geen boeken of onderzoeken over de kaders van mijn leven.
Bestaansrecht zal ik zelf moeten maken.
Tegelijkertijd mijn grenzen in een wel beschreven wereld leren bewaken.
Aanpassing aan de ander
Zonder keuze hierin, ben ik degene die verander
Trauma verwerkt, maar geen verbinding kunnen voelen
Een stoelendans, zonder stoelen.
Als de structuur waarin jij leeft nog onbeschreven is, wat zijn dan in godsnaam je doelen?
L.C. 2025
Bewustzijnsdynamiek als identiteit
Ik wil niet de vraag stellen: "wie ben ik?"
Maar wat beweegt er binnen het veld waarin ik besta, wat een ruimere identiteit behelst dan sec "ik"
Want "ik" is dynamisch en beweegt zich binnen een minstens net zo dynamische identiteit. De ontologie is breder dan slechts het "zijn", het is een onbeschreven ruimte die niet te vangen is in 1 construct. Niet te meten. Niet te kaderen. Ik probeer taal te geven aan iets wat dynamischer is dan taal. Waardoor ik vastloop in paradoxen van wie ik mag en kan zijn. Hierdoor kan ik onzichtbaar worden in een systeem dat een statisch beeld van wie ik ben nodig heeft. Maar dat kan ik niet geven, ik kan geen tastbare ervaring aanreiken van wie ik ben, want ik ben afhankelijk van hoeveel een context toelaat van wie ik mag zijn. Dus ik ben inherent vloeibaar en ongrijpbaar tot ik zelf een vorm aanreik voor iemand die kan denken: "dit is Lauren". Niet wetende dat die "Lauren" een spiegel is van wat er mogelijk is in het contact, wat niet eenlijnig kan zijn met de vloeibare Lauren die niet aan te reiken valt.
Maskeren en structurele aanpassing is onvermijdelijk
Ik heb het niet over sociale maskering, ik heb het over maskeren van bewustzijn zodat contact mogelijk blijft.
Voor mij is aanpassing noodzaak, ik moet namelijk kiezen tussen intunen op het bewustzijn van de persoon waar ik contact mee heb.
Of mij buiten het contact bewegen. En dat voelt niet als een keuze, want elke vorm van verbinding raakt weg zodra ik niet intune en resoneer voor de ander. Waardoor ik zelf links om rechtsom achterblijf in mijn leegte. Omdat ik 90% van mijzelf moet achterlaten wil ik een vorm van verbinding vinden in iemand. Want al 10% van mijn traumatisch verleden is te heftig om aan te horen voor de meeste mensen, daarnaast is moeilijk bestaande taal te vinden voor de worsteling die ik ervaar vanuit mijn begaafdheid. Als ik mijzelf er voor 50% laat zijn, dan is verbinding niet mogelijk. Ik kan heel intens voelen voor iemand, maar heb geleerd dit te moeten doseren naar iets wat in de buurt ligt van de norm, omdat mijn gevoelsleven als te overweldigend wordt ervaren. Elke connectie voelt als inherent voorwaardelijk, een contact waarin ik mij zal moeten aanpassen aan de ander.
Epistemisch isolement en zelfvalidatie
Ik ben tegelijkertijd intellectueel, affectief, en existentieel epistemisch geïsoleerd.
Ik weet dat ik dingen helder zie, tegelijkertijd heb ik geen spiegel om dit aan te toetsen.
Voorbeeld:
Ik heb een contact wat heel belangrijk voor mij is, maar op een gegeven moment heel scheef is gaan lopen, omdat mijn traumatische overdracht de overhand nam.
2 jaar voordat het contact volledig scheef gelopen was, heb ik deze dynamiek getekend voor deze persoon. Omdat ik niet wilde dat mijn traumatische overdracht het contact zou domineren.
Alle intenties waren goed, en ik zag zo helder wat er mis zou lopen in de dynamiek dat ik het kon uittekenen. En toch, werd de volgende 2 jaar miscommunicatie op miscommunicatie op miscommunicatie. Want ik communiceerde iets wat voor haar nog niet gebeurd was. Ik communiceerde anticiperend in plaats van 'in het moment'. Ik werd wanhopig en begreep niet wat er zo mis ging, terwijl ik het letterlijk kon uittekenen.
Dat is wat ik bedoel met dingen heel helder zien, en tegelijkertijd geïsoleerd voelen in de onbestaande spiegel. Zonder extern referentie punt om op te kunnen leunen en mijn inzicht aan te kunnen toetsen.
Hierdoor ben ik genoodzaakt om mijn eigen spiegel te worden, zonder dat ik daarbij verval in blinde vlekken. Ik onderzoek mijn omgeving, ik scan mijn contacten, en alles synthetiseer ik tot het punt dat ik voor elke situatie en contact automatisch een blauwprint in mijn hoofd heb hoe het contact/de situatie te kunnen navigeren.
Dissociatie als vorm van architectuur inplaats van symptoom
Fragmentatie al dan niet het gevolg van ernstig vroegkinderlijk trauma, ervaar ik als een geraamte met potentievlakken die per deel ontwikkeld kunnen worden. Ik denk dat een bewustzijn dat kan alterneren tussen verschillende lagen, binnen elke laag, elke kant op kan ontwikkelen. Uiteindelijk behelst een gefragmenteerd bewustzijn denk ik inherent meer capaciteitruimte dan een heel bewustzijn, want de fragmentatie is nodig geweest om extreem veel informatie te kunnen waarborgen. Die ruimte als de informatie zijn lading verliest, verdwijnt daarmee niet ineens. Het krijgt per gefragmenteerd stuk enkel meer ruimte voor andere ervaringen en verrijkendere informatie dan enkel traumagerelateerde informatie. Het zou tegen natuurkundig zijn, om aan te nemen die uitgedijde ruimte ineens zou verdwijnen, de barrieres worden onnodig en daarmee ontstaat ruimte voor een eerder groter bewustzijn. Want de ervaringskennis verdwijnt niet, enkel de traumatische lading verliest zn kracht.
En met die architectuur zijn nieuwe unieke inzichten mogelijk die met elkaar kunnen synthetiseren op een rijkgeschakeerde manier. Niet te vangen in een DSM of teksten over dissociatieve delen. Fragmentatie kan een poort bieden naar een ruimte zonder kaders.
APA-verwijzing:
Van Stratum, L. C. (2025). Interdynamialiteit: over bestaan in niet-beschreven ruimte: Ik besta, maar nergens staat beschreven dat ik besta. Geraadpleegd op (datum), van https://eendeelvanjezelf.nl/het-idealistisch-bewustzijn/interdynamialiteit/