EDVJ-2025-08-07-BBB
Bewustzijn, biochemie en balans: een nieuw perspectief op (psycho)therapie en trauma
Hoe het lichaam fungeert als interface voor bewustzijn, en hoe trauma de doorlaatbaarheid verstoort. Over de rol van psychotherapie en medicatie bij het herstellen van afstemming.
Het is een eeuwenoude vraag: Wat is bewustzijn?
En, misschien nog vaker gesteld: Hoe werkt de connectie tussen lichaam en geest?
Waarom helpt psychotherapie? Waarom hebben sommige mensen baat bij medicatie, terwijl anderen juist verder vervreemden? Waar ligt de grens tussen psyche, biochemie en de diepere lagen van wat het betekent om mens te zijn?
In dit artikel stel ik een alternatief denkkader voor: het lichaam als interface. Niet als oorsprong van bewustzijn, maar als doorgeefluik, kanaal en als filter, een tussenlaag die de toegang tot ons bewustzijn mogelijk maakt, vervormt of ondersteunt. Dit perspectief opent nieuwe manieren om trauma, therapie en herstel te begrijpen.
Ons bewustzijn is niet van het lichaam, maar gaat wel via het lichaam
Stel je voor: bewustzijn is geen product van het lichaam, maar een veld dat zich via het lichaam manifesteert. Zoals licht door een lens gaat, of geluid door een speaker. Het lichaam is in zo'n model geen oorsprong, maar een interface: het bepaalt hoe helder, zuiver of vervormd het bewustzijn zich toont binnen de grenzen van ons mens-zijn. Ook als ons bewustzijn méér is dan het menselijke, blijft het wél gebonden aan de fysieke parameters van onze menselijke ervaring. We zijn, hoe ruim ons innerlijk wezen ook reikt, geboren in een menspak, een tijdelijk omhulsel dat de ruimte van het bewustzijn vormgeeft. We kunnen ramen en deuren openzetten in dit huis, soms zelfs aanbouwen realiseren, maar we kunnen het niet volledig verlaten.
Trauma als verstoring van de interface
Vanuit dit perspectief is trauma geen psychisch defect, geen louter lichamelijke beschadiging, maar een verstoring van de doorlaatbaarheid van de biochemische interface. Het lichaam, dat ooit een open, levend kanaal was, raakt door trauma vervormd in zijn afstemming. Signalen komen niet meer zuiver binnen. Wat naar buiten wil, wordt overstuurd of geblokkeerd. En de verbinding tussen binnen- en buitenwereld raakt verstoord.
Neurobiologisch uit zich dat in verstoringen van de HPA-as, over- of onderactiviteit van het autonome zenuwstelsel, en biochemische onbalans. Je lichaam blijft hangen in hyperarousal, waardoor je bewustzijn versnipperd, overprikkeld en chaotisch aanvoelt. Of het blokkeert in hypoarousal, waardoor het bewustzijn afgestompt, afwezig of losgekoppeld lijkt.
Maar let op: het bewustzijn zelf vervaagt niet. Het is de interface die het vervormt, het contactvlak tussen lichaam en geest. Trauma raakt precies dit raakvlak: het snijdt in de ruimte waar zintuigen, zenuwen, tijdsbesef en innerlijke waarneming samenkomen.
Psychotherapie als vorm van resonantieherstel
Dus waarom werkt psychotherapie dan?
Omdat het gericht is op het herstellen van afstemming. Via woorden, aanwezigheid, regulatie of technieken als exposure, krijgt het bewustzijn weer een kans om zich opnieuw af te stemmen en te verankeren in het lichaam. Soms gebeurt dit via de resonantie met een ander, zoals een therapeut met een relatief heldere interface, waarin ons eigen bewustzijn kan spiegelen, synchroniseren en kalmeren.
En soms werkt het bewustzijn zelf actief mee of faciliteert het deze afstemming. Via het bewust doorleven van incongruenties: het verschil voelen tussen een paniekerig lichaam en een neutrale ruimte. Dat verschil maakt herstel mogelijk. Niet door controle, maar door hernieuwde afstemming en het vinden van balans.
Psychofarmaca als interface-tuning
En medicatie? Zoals psychofarmaca?
Die grijpt in op de biochemische kant van de interface. Het tweakt de parameters waarmee het bewustzijn zich in het lichaam beweegt. Bij psychose bijvoorbeeld lijkt het bewustzijn “in overdrive” te staan, het bewustzijn reikt dan voorbij de hokjes van het mens-zijn, maar raakt los van zijn biologische bedding. En is niet meer in balans met de biochemische parameters van het lichaam. Bij depressie lijkt het zich terug te trekken, alsof het op standby staat, zonder nog via het lichaam naar buiten te kunnen. Tevens niet meer in balans met de biochemische parameters van het lichaam. Bij mensen met trauma kan psychedelica -welke zorgen voor een uitgezoomd beeld op het ego- faciliteren in het overzicht dat nodig is voor het herstel tussen verstoorde biochemische parameters vanuit trauma en zijn neutrale omgeving. Zoals zichtbaar in onderzoek naar traumaverwerking in combinatie met psychedelica.
Medicatie zoals psychofarmaca kan in zulke gevallen een soort interface-tuning zijn – geen oplossing voor het bewustzijn zelf, maar een herstel van de condities waarin het bewustzijn zich weer voelbaar kan maken.
Tot slot
Als we trauma, therapie en medicatie niet langer zien als losstaande domeinen van psyche of biochemie, maar als aspecten van een verstoorde of herstellende interface, dan verschuift ons hele mensbeeld.
We hoeven het bewustzijn dan niet te fixen.
We hoeven het lichaam dan niet te bevechten.
We hoeven alleen de tussenruimte, -de interface- opnieuw doorlaatbaar te maken.
Misschien is dát wat heling werkelijk is:
Niet het fixen van bewustzijn, niet het bevechten van het lichaam.
Maar het openen van de ruimte daartussen.
De interface weer doorlaatbaar maken voor wie we werkelijk zijn.

APA-verwijzing:
Van Stratum, L. C. (2025). Bewustzijn, biochemie en balans: een nieuw perspectief op (psycho)therapie en trauma: Hoe het lichaam fungeert als interface voor bewustzijn, en hoe trauma de doorlaatbaarheid verstoort. Over de rol van psychotherapie en medicatie bij het herstellen van afstemming. Geraadpleegd op (datum), van https://eendeelvanjezelf.nl/het-idealistisch-bewustzijn/biochemie-als-interface/